Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

venetoclax

Venetoclax remt de groei van kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij een type kanker, namelijk bij bloedkanker (leukemie).

Wat doet venetoclax en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten, waarbij lichaamscellen ongeremd groeien. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als u er niets aan doet.

Door nieuw onderzoek is nu een goede behandeling van veel soorten kanker mogelijk. 

Artsen schrijven venetoclax voor bij:

  • Leukemie, een vorm van bloedkanker. Hierbij is er te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. Sommige klachten komen bij bijna alle kankersoorten voor. Zoals erg moe zijn, geen eetlust hebben en afvallen (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).
Bij de leukemie heeft u zwellingen in hals, oksels en liezen. Ook kunt u een grotere milt en lever krijgen. Dat voelt u soms als pijn linksboven in de buik. Verder heeft u vaker last van infecties, bloedneuzen en blauwe plekken.

Werking
Venetoclax doodt een bepaald soort immuuncellen (B-lymfocyten). Hierdoor remt het kanker die wordt veroorzaakt door deze immuuncellen. Het wordt soms alleen, en soms samen met andere kankerremmende medicijnen gegeven. 

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Bijwerkingen in het bloed. Deze bijwerkingen ontstaan door te weinig rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

    • Te weinig witte bloedcellen. Door te weinig witte bloedcellen is de lichaamseigen afweer verminderd. U merkt dit aan infecties, zoals verkoudheid, bronchitis, longontsteking en blaasontsteking. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Neem altijd contact op met de arts als u hier last van heeft.
    • Te weinig rode bloedcellen merkt u aan erge moeheid en een bleke huid.
    • Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, snel blauwe plekken en bloed in de urine.
    • Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren. Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.
  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, verstopping, diarree en buikpijn. Ook een verminderde eetlust, waardoor u kunt afvallen.

    Blijft u er ook na een paar dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan 1 keer per dag overgeven? Overleg dan met uw arts.
    Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Neem contact op met uw arts als u 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft, of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms krijgt u medicijnen tegen diarree of een vochtinfuus om uitdroging te voorkomen.

  • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam. De hoeveelheid calcium, kalium of fosfaat kan te hoog of juist te laag worden.

    Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren.

  • Duizeligheid en hoofdpijn

  • Gewrichtspijn

  • Zwak gevoel en vermoeidheid

  • Lage bloeddruk

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Sepsis. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag.

     

    Sepsis is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. Waarschuw bij de verschijnselen direct een arts.

  • Te veel urinezuur in het bloed. U kunt hierdoor een jichtaanval krijgen.

  • Verminderde werking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast of benauwd wordt.

     

    De dode kankercellen brengen namelijk zoveel mineralen en andere lichaamseigen stoffen in één keer in het bloed, dat de filters in de nieren verstopt kunnen raken. Ook andere organen kunnen hierdoor verstopt raken.

  • Ontstoken galblaas.

    U kunt dan ziek worden en koorts krijgen.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik venetoclax gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staat alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje “samenstelling”.

De medicijnen waarmee de wisselwerkingen optreden zijn de volgende.

  • Vaccins, zoals bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin. Venetoclax zorgt ervoor dat deze vaccins minder goed werken. Ook kan venetoclax de kans op bijwerkingen van deze vaccins verhogen. Gebruik deze vaccins NIET. Overleg hierover met uw arts.
  • Andere vaccins, zoals influenzavaccin (griepprik), tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker werken minder goed door venetoclax. Overleg met uw arts. Soms kan in uw bloed onderzocht worden of het vaccin goed heeft gewerkt. Soms zal uw arts voorstellen een extra vaccinatie te geven.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon.Venetoclax kan invloed hebben op de werking hiervan. Vertel de trombosedienst als u venetoclax gaat gebruiken, als de gebruikte hoeveelheid (dosering) verandert of als u stopt met venetoclax.

De volgende medicijnen kunnen de werking van venetoclax verminderen. Waarschijnlijk past uw arts de dosering aan of controleert de werking van venetoclax. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op venetoclax weg is.

  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • Carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon medicijnen tegen epilepsie. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • Rifabutine en rifampicine, medicijnen tegen bjvoorbeeld tuberculose.

Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van venetoclax sterker maken. Waarschijnlijk past uw arts de dosering aan of controleert de werking van venetoclax. Overleg hierover met uw arts.

  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen om in te nemen tegen schimmelinfecties.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.

Twijfelt u eraan of deze wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden, alcohol drinken, alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het kan schadelijk zijn voor het kind. Gebruik daarom goede anticonceptie tijdens de behandeling en tot minstens 30 dagen na de behandeling. Overleg hierover met uw arts.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft. Of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het ernstige bijwerkingen bij de baby geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

  • De tabletten heel doorslikken met water. Niet fijnmalen, op kauwen of breken.
  • Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte tabletten? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Krijgt u wat poeder van de tabletten op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo is het risico zo klein mogelijk.


Wanneer?

  • Neem het medicijn 's ochtends tijdens het eten. Doe dit elke dag op ongeveer hetzelfde moment.
  • Zorg ervoor dat u tijdens de behandeling met dit medicijn veel water drinkt. Dan kan uw lichaam de afbraakproducten van de kankercellen beter verwijderen.
  • Moet u na het innemen van dit medicijn overgeven? Neem dan geen extra dosis. Neem de volgende tablet weer op het gebruikelijke tijdstip in.


Hoelang?
Uw arts bepaald dit voor iedere patiënt apart. Meestal wordt dit medicijn wordt gebruikt zolang het een goed effect heeft op de ziekte.